Praktijkdomeinen

Arbeidsrecht en socialezekerheidsrecht

Publicatiedatum: 12-05-2020

De Commissie Sociale zaken, Werk en Pensioenen buigt zich momenteel over een wetvoorstel dat ertoe strekt, naar analogie met de bestaande regeling voor tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen, de looptijd van de opzeggingstermijn ook tijdens de periodes van tijdelijke werkloosheid wegens COVID-19-overmacht, te schorsen.

Om het doel van dit wetsvoorstel goed te begrijpen, dient te worden herhaald dat de RVA sinds maart 2020 een vereenvoudigde procedure toepast om werkgevers toe te laten gemakkelijker tijdelijke werkloosheid aan te vragen voor hun werknemers en dat de RVA de aanvragen tot werkloosheid in principe behandelt als tijdelijke werkloosheid wegens overmacht (en dus niet als tijdelijke werkloosheid om economische reden). Dit is niet zonder belang gezien wat betreft de schorsing van de opzeggingstermijn bij een ontslag gegeven voor of tijdens de periode van tijdelijke werkloosheid, verschillende regels gelden naar gelang de reden van de tijdelijke werkloosheid : In het geval van tijdelijke werkloosheid om economische redenen wordt de opzeggingstermijn van de ontslagen werknemer geschorst gedurende de volledige duur van de werkloosheid, terwijl dit niet het geval is in het geval van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht.

Door elke vraag tot tijdelijke werkloosheid ingevolge de COVID-19 crisis gelijk te stellen met een vraag tot tijdelijke werkloosheid wegens overmacht, geeft de RVA dus een ruime invulling aan het begrip « overmacht », wat tot gevolg heeft dat de opzeggingstermijnen van de ontslagen werknemers beginnen te lopen, zelfs als hun arbeidsovereenkomst geschorst is wegens tijdelijke werkloosheid en ze een vergoeding ontvangen van de RVA.

Deze praktijk heeft aldus tot effect, enerzijds, dat werknemers gedurende de duur van hun opzeggingstermijn soms een (aanzienlijk) deel van hun loon verliezen gedurende de duur van de opzeggingstermijn (aangezien de vergoeding wegens tijdelijke werkloosheid beperkt is tot 70% van het (geplafonneerd) loon van de werknemer) en anderzijds, dat de kosten van het ontslag (of een deel ervan) gedragen worden door de werkloosheidsverzekering, terwijl deze kost normaalgezien door de werkgever wordt gedragen.

De beoogde wetswijziging wenst hieraan te remediëren, in die zin dat het voorziet dat de opzeggingstermijn ook wordt geschorst in het geval van ontslag tijdens of voor een periode van tijdelijke werkloosheid wegens COVID-19 overmacht.

Op te merken valt dat het voorstel voorziet in een retroactieve werking vanaf 1 maart 2020.

Let wel. Het wetsvoorstel dient nog te worden goedgekeurd door de Kamer en in het Belgisch Staatsblad te worden gepubliceerd en is dus nog niet van kracht.

Wij volgen de situatie verder op en houden u op de hoogte.

Blijf op de hoogte van de juridische actualiteit

© All Right reserved - Lallemand Legros & Joyn